zondag 31 juli 2011

De begeleiders

Dag 4: Lewiston - Three Rivers Resort, 170 km.
Dag 5: Three Rivers Resort, 204 km.

De begeleidingsgroep bestaat uit een aantal Nederlanders, Duitsers en een paar Amerikanen. Een Duitser heeft zijn auto laten verschepen. Auto is een verkeerd woord, het is een hobbyproject. De buitenkant is een oude Chevrolet met een nieuw  8 cyl. Bigblock, 400 pk. en met het geluid van een Mack. We horen hem van verre aankomen.


Op de afslagen staan meestal mensen van het begeleidingsteam. Je kunt dan een flesje koud water krijgen. Heel wat lekkerder dan die lauwe troep uit mijn eigen fles. Ik vul dagelijks 2x twee literflessen, die gaan op aan drinken en koelen.





Bergop is het een drama in zo´n velomobiel. Je schiet niet op en je hebt geen rijwindkoeling. Bergaf moet je alle concentratie gebruiken om op het andere verkeer te letten en niet van de weg te raken. Bij de afdaling van de Lolo Pass kwam ik in een richel terecht waardoor mijn fiets enorm begon te slingeren. Dat veroorzaakte bijna een hartverzakking. 

krassen!

inspectie
Een Mango is ongeschikt voor snelheden hoger dan 50 km. Bij zijwind gaat de kop opzij uit en dat moet je corrigeren.

barbecue


De Nederlanders (The Dutch Express, zoals we genoemd worden) kunnen over het algemeen goed meekomen. We hebben al een bepaalde reputatie opgebouwd. Het hart van de groep is een tweetal: Rob en Marcel, Amsterdammers en vaak luidruchtig aanwezig. Altijd in voor een geintje, wat door de Amerikanen meestal niet begrepen wordt. 
Gisteren hadden we 75 km. vals plat, dat is zwaar fietsen in die hitte.
De rit voerde langs een brede snelstromende rivier en de omgeving was Scandinavisch. Niemand haalde het in zijn hoofd om uit te stappen en het water in te gaan. Echter wel die malle Hollanders!



Three Rivers Resort - Missoula
Lewiston - Three Rivers Resort

zaterdag 30 juli 2011

Lolo Pass

Dag 3: Umatilla - Lewiston, 247 km.

De Amerikanen hebben grote waardering voor prestaties. We worden vaak aangemoedigd en er steken regelmatig telefoons en camera's uit autoramen. Leuk was de ontvangst bovenop de Lolo Pass, 1600 meter hoog. De klim was voor iedereen een martelgang, maar bovenop de berg stond iedereen ons toe te juichen en high fives te geven. Dat doet de kwelling gauw vergeten!












Umatilla - Lewiston, in de Rocky Mountains 

vrijdag 29 juli 2011

De eerste twee fietsdagen

Dag 1: Portland - Cascade Locks, 93 km.
Dag 2: Cascade Locks - Umatilla, 230 km.

We zijn uitgebreid uitgezwaaid door de hotelmanager. Ze vond ons wel speciaal, het klikte met ons. Het hotel was net een soort clubhuis.

vertrek uit Day's Inn





Daarna naar het centrum, w
aar we 'aan het volk werden getoond'. Vervolgens werden we uitgezwaaid door een fietsbobo van Portland.












We kwamen laat op de camping aan, het werd al donker. Toen mijn tent eenmaal stond moest ie weer weg, hij stond op de verkeerde plek.

Redelijk geslapen ondanks de herrie - getoeter van de trein.
Vrijdag (dag 2) ging de rit voornamelijk over de interstates, waarbij we veel last hadden van de 'rumble strips'. Niet leuk, veel vrachtverkeer en veel getoeter.
Iedereen is in je geïnteresseerd op de typisch Amerikaanse manier.

rumble strips  (foto W. Ketelaar)


lunchstop in Cascade Locks
Portland - Cascade Locks
Cascade Locks - Umatilla

woensdag 27 juli 2011

Nog even freewheelen vandaag

Er gebeurt erg veel tijdens zo'n tocht. Je bent als fietser maar nietig in het verkeer hier. Vaak is het verwarrend. Er wordt veel naar ons getoeterd. Ik zie het maar als groet. Er zijn ook automobilisten die hun vinger opsteken; automatisch wuif ik vriendelijk terug. Ook vind ik dat de mentaliteit in de steden verschilt van die in de staten.
Portland vond ik fantastisch, een stad waar ik zou kunnen aarden - bij wijze van spreken dan.



Boodschappen gedaan bij Safeway: cookies, bananen en herstelpoeder voor in de bidon.

Veel belangstelling weer onderweg waarbij we zo langzamerhand wat routinematig vragen beantwoorden.
In het hotel hoorden we iets over wedstrijden op de racetrack. De baan ligt naast het hotel dus besloot ik even te gaan kijken. Ook hier veel belangstelling, velen hebben ons op het journaal gezien.
Zelfbouwers stonden met grondig verbouwde auto's en motoren langs de baan. Knappe stukjes vakwerk en vaak opzichtig gedecoreerd. Om vijf uur begonnen de sprintwedstrijden over een kwart mijl. Een fascinerend gezicht om die lompe achtcilinders weg te zien brullen. Er was ook een klasse van kinderen van 8 tot 13 jaar. Hun machines waren voorzien van opgevoerde grasmachinemotoren die ook akelig hard gingen.
Om zeven uur hadden we een rijdersbriefing: Josef vertelde over de route en de volgploeg. Morgen, klokslag tien uur gaan we van start. Dan moet alle bagage in de volgauto's staan. Op tijd pitten dus... .